Naar aanleiding van de kennisdialogen die we gevoerd
hebben tijdens de bijeenkomsten in de leerlijn 3, zijn er vanzelfsprekend
bevindingen van mijn kant. De vraag daarbij is: welke kennis en inzichten heeft
het mij opgeleverd. Zijn er concepten die ik meeneem (bijvoorbeeld in mijn
mindmap)?
Divergentie,
zelfregulatie, big picture learning
De informatie die tot ons kwam tijdens de kennisdialoog
over divergentie, zelfregulatie, big picture learning, was voor mij het minst
vernieuwend. Het waren vooral herhalingen van vragen die ik mezelf stel op het
moment dat het over de ontwikkeling van onze school gaat. De stelling die
neergezet werd, was echter wel scherp en uitnodigend om over in dialoog te
gaan. Stelling:
Er is een
discrepantie tussen wat kinderen willen leren en hoe het onderwijs kinderen in
staat stelt te leren.
De dialoog die aan de hand van deze stelling enkele keren
gevoerd werd, leverde mij vooral nieuwe vragen op:
1. Op
basis waarvan wordt de inhoud van ons curriculum bepaalt?
2. Wie
bepaalt uiteindelijk wat kinderen mogen/moeten leren?
3. Is
een kind in staat zelf te bepalen wat hij/zij gaat leren?
De gesprekken rondom deze vragen waren interessant, maar
werden weinig gevoerd vanuit een kennis / theoretische basis. Wellicht dat dit
in de toekomst interessanter wordt en de later aangeleverde artikelen kunnen
hiervoor als uitgangspunt dienen.
Systeemdenken
Onze eigen kennisdialoog ging over de term systeemdenken.
Eerlijkheidshalve beken ik dat de term in onze kennisdialoog te weinig
specifiek is gemaakt. De werkwijze die we hanteerden met het neerleggen van de
stellingen droeg zeker bij aan een prettige en vernieuwende werkvorm. Echter de
inhoud die wij mee wilden geven, hebben we denk ik te weinig specifiek gemaakt.
Wat betreft de term ‘systeemdenken’ geeft Senge ook aan dat het een
verzamelbegrip is geworden. Er kunnen meerdere definities aan gegeven worden. Een
beschrijving die wij misschien beter hadden kunnen kiezen is van Senge (1992),
hij stelt dat systeemdenken ons leert dat ook kleine, gerichte acties
soms belangrijke, blijvende verbeteringen tot gevolg kunnen hebben, als ze op
de juiste plaats uitgevoerd worden. Met name de nadruk op teamleren is
interessant in het kader van onze opleiding. Teamleren ontwikkelt de
vaardigheden van mensen om breder te kijken dan zij als individuen zouden doen.
Zij leren daarbij denken vanuit een systeem. Het gaat om de essentie van systeemdenken:
het zien van onderlinge verbanden in plaats van een
lineaire opeenvolging van oorzaak en gevolg en
het zien van processen van verandering in plaats van
momentopnames. Nog steeds zijn dit hele brede benaderingen die in onze
kennisdialoog wellicht behoefte hadden aan een vertaling naar de praktijk. Deze
ga ik wel proberen te maken. Met name het inzien van de relatie tussen de ontwikkeling
van onze leerlingen, gekoppeld aan de ontwikkeling van ons team is hier een
voorbeeld van. Ik wil de school zien als een systeem met subsystemen,
zoals college van bestuur, team, directie, zorg, ouders, maatschappelijke
partners, buurtbewoners, etcetera. De schoolorganisatie bekijken vanuit het
systeemdenken is te vergelijken met kijken naar een ijsberg, in het zicht is
slechts een klein deel, het grootste deel speelt zich af onder de waterspiegel. Tijdelijke
oplossingen worden gevonden boven de waterspiegel en dienen als lapmiddel. Om een
probleem structureel op te lossen, moet je het complete systeem dat er
onder ligt er bij betrekken. En met elkaar leren los te komen uit de oude
patronen komen.
Inclusief
Onderwijs
Deze
kennisdialoog vond ik de meest interessante van de drie, de reden hiervoor ligt
niet zozeer in de kennis die ik opgedaan heb, of de theoretische basis die
hieronder lag. Meer ging het mij om gevoel van rechtvaardigheid. Een gevoel dat
bij mij persoonlijk enorm groot is. Ik merk steeds vaker dat ik niet goed tegen
onrecht kan. Onrecht dat in mijn ogen vaak de zwakkere wordt aangedaan. De
bevlogenheid en felheid die bij medestudent Teun opkwam tijdens zijn inbreng in
de kennisdialoog waardeer ik zeer en raakte mij ook. Echter het idee dat
inclusief onderwijs voor allen beter zou zijn (cognitief) vind ik zeer
interessant. Cole, Waldron en Majd (2004) zeggen ‘students without disabilities made
significantly greater progress in reading and math when served in inclusive
settings’. Ik vond
vooral ook de keuze die je als organisatie/school hebt en mensbeeld een mooie
invalshoek om de zaken te bekijken. Dit is niet alleen bij inclusief onderwijs
van toepassing mijns inziens, maar telt over het algemeen.