Deze weken
weinig gepost op het blog, maar vooral bedacht wat ik allemaal moest doen en
wat dan wanneer zou moeten, overigens allemaal leuke dingen, maar leuke dingen
kosten ook tijd.
Eén van de
dingen die was blijven liggen was een reactie op dit blog over het stuk van
Verbiest (2010) over Nieuw Onderwijskundig Leiderschap. Ik kan hier heel uitgebreid
een samenvatting weergeven, maar dat tracht Verbiest zelf al te doen. Ik
probeer wel te verwoorden wat mijn gedachten zijn bij het doornemen van deze
materie.
Daarbij begin ik bij een constatering die me bevreemd. Er is in het
eerste decennium van deze eeuw opnieuw groeiende belangstelling voor
onderwijskundig leiderschap. Fijn, hoe was dat in al die jaren ervoor? Ik denk
dat die interesse er altijd is (geweest), echter hoe we het noemen, maakt wel
eens dat we denken dat we met iets anders bezig zijn. Elk gesprek met door de
wol geverfde collega’s levert vaak op dat zij zeggen: ooh gaat het die kant op…dat
hebben we tig jaar geleden ook gedaan. Kortom we veranderen in het onderwijs
regelmatig…denken we.
Zelf ben ik slechts
acht jaar werkzaam in dit mooie beroep. En zelfs in die acht jaar merk ik dat
we veel willen veranderen en dat we (vaak) met z’n allen de stroom volgen.
Onderwijsadviseurs stellen één keer in de twee jaar hun aanbod in studiedagen
bij en kunnen er weer twee jaar tegenaan. Ik denk dat we allemaal de afgelopen
8 jaar wel een studiedag ADI, zelfstandig werken, autisme of groepsplannen
gehad hebben.
Verbiest
lezende loop ik voor mijn gevoel ook continu door open deuren. Echter het
verschil met Verbiest en Visser is dat hij ze voortdurend open zet en dat ik
hem af en toe nodig heb om te bedenken dat het niet zo ingewikkeld hoeft te
zijn. Er is niets schokkends aan de hand, het zijn allemaal logische zaken wat
mij betreft, maar nogmaals…hij zet ze mooi op een rijtje, onder andere deze:
Hiermee onderhouden
we volgens mij met z’n allen de Onderwijs BV op een hele degelijke wijze en
zorgen we ervoor dat we met z’n allen keurig de dingen doen die we denken te
moeten doen.
Graag trek
ik nu de vergelijking met mijn auto.
Ik heb een
hele fijne auto, doet meestal wat ie moet doen, prestaties zijn voldoende, de
meeste mensen vinden het een prima auto. Ik wil er graag in blijven rijden, dus
ben er zuinig op, wellicht schopt mijn auto het op die manier tot oldtimer. Op
z’n tijd betekent dit nieuwe banden, voldoende brandstof, een andere accu,
wellicht zelfs een keer andere bekleding of velgjes, maar het blijft mijn hele
fijne auto…
Maar nu de vraag: volstaat mijn auto eigenlijk nog wel in deze tijd?
Kan mijn auto eigenlijk nog mee? Of had ik misschien het lef moeten hebben om
eens een keer echt een nieuwe auto te willen?
Ben benieuwd
hoe dit op een school/onderwijs van toepassing is…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten